-
Feestelijke gelegenheden vereisen christelijke matigheidDe Wachttoren 1969 | 1 november
-
-
— opmerkingen. Later zei de echtgenoot blij: „Als ik het zou moeten overdoen, zou ik het precies zo doen.”
„In Chili wordt een bruiloft waarop niet wordt gedanst nauwelijks als een fiesta beschouwd”, zei een christen in Zuid-Amerika. Is het verkeerd als er op een christelijk huwelijksfeest wordt gedanst? Nu, dansen is niet verkeerd. Er zijn echter gevaren aan verbonden die men dient te beseffen. Een opziener in Nigeria merkte op dat wat rein en juist is, plaats kan maken „voor populaire wereldse muziek, die doorgaans appelleert aan sex en het verlangen wekt ’sexy’ te dansen. Dit zou voor de aanwezigen schadelijk zijn.”a
Beseffend dat dit kan gebeuren, vooral als er wereldse musici worden gehuurd, maakte een bedienaar van het evangelie in Nova Scotia een bandopname van de muziek die op zijn bruiloft gespeeld moest worden. Op die manier werd er gedanst op een wijze die strookte met christelijke moraliteit en matigheid. Velen op dat huwelijksfeest genoten ervan aan de groepsdansen deel te nemen.
Nog een opmerkelijk punt met betrekking tot die bruiloft was het feit dat er geen alcoholische dranken werden geschonken. Dit was niet omdat deze voor christenen verboden zijn, want Jezus zorgde zelfs voor wijn in Kana. In dit geval was de bruidegom echter van mening dat enkelen in dat gebied wellicht tot struikelen zouden worden gebracht als er alcoholische dranken werden geschonken. Hij dacht aan de woorden: „Het is goed geen vlees te eten noch wijn te drinken noch iets te doen waarover uw broeder struikelt” (Rom. 14:21). Als op een bruiloft zulke dranken worden geschonken, dienen er ruimschoots voorzieningen te worden getroffen voor degenen die de voorkeur geven aan alcoholvrije dranken. Het was in Jezus’ tijd klaarblijkelijk niet ongewoon als joden op huwelijksfeesten dronken werden (Joh. 2:10). Christenen in deze tijd dienen dus heel voorzichtig te zijn dat zulke vreugdevolle gebeurtenissen niet door onmatigheid bedorven worden. — Spr. 23:20, 21.
Moet een feest, wil het een succes zijn, tot heel laat doorgaan? Neen. Een opziener in een Latijns-Amerikaans land zei dat „bruiloften [soms] tot vroeg in de morgen duren. Omstreeks 11.30 n.m. wordt er een volledige maaltijd opgediend. Het is algemeen bekend dat groepsbijeenkomsten om aan de velddienst deel te nemen de volgende morgen zeer slecht ondersteund worden.” Moeten christenen, ook al is het in hun land gebruikelijk zo langdurig feest te vieren, gewoonten volgen waardoor zij de volgende dag zó moe zijn dat zij hun Schepper niet op juiste wijze zouden kunnen dienen? Zou er op die manier matigheid gedemonstreerd worden? Integendeel, de regelingen die rijpe christenen treffen, zijn in overeenstemming met de raad: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid.” — 1 Kor. 10:31.
Als christenen dus een gezellige bijeenkomst, zoals een huwelijksfeest, willen organiseren, dienen zij zich niet te laten leiden door de luidruchtige, buitensporige feesten van de wereld, die gekenmerkt worden door onmatigheid. Het dient veeleer een goedgeregelde, vreugdevolle bijeenkomst te zijn waarop christelijke matigheid aan de dag wordt gelegd. De christen uit Nova Scotia, die eerder werd genoemd, zei: „Drie jaar later bezochten wij de gemeente en zij herinnerden zich de bruiloft nog altijd als een goed voorbeeld.” Hoe aangenaam zijn de vruchten van christelijke matigheid!
HET GEVEN VAN GESCHENKEN
In sommige landen is het normaal als vrienden en familieleden van de bruid en bruidegom enige tijd vóór het huwelijk een feestje geven waarop de genodigden geschenken voor het bruidspaar meenemen.
Ook dit is stellig niet noodzakelijk en mensen in landen waar dit niet gebruikelijk is, behoeven niet te denken dat het ingesteld moet worden. Als zo’n feestje echter is beraamd, dient ook dit christelijke beginselen, met inbegrip van matigheid, te weerspiegelen. Wat hierboven over eten, drinken en amusement is gezegd, is ook hier van toepassing.b
Speciale opmerkingen zijn echter gepast met betrekking tot geschenken. Wat zou het niet treurig zijn als een christen die uitgenodigd was op een feestje waar geschenken werden gegeven, vindt dat hij of zij die uitnodiging niet kan aanvaarden omdat hij of zij geen duur geschenk kan geven, of helemaal niet in staat is iets te geven. Zouden ware christenen iemand in een dergelijke situatie willen plaatsen? Een geschenk dient een spontane uiting van genegenheid te zijn. Zulk een uiting kan vele vormen aannemen, en een tastbaar geschenk bij een speciale gelegenheid dient geen verplichting te zijn.
In sommige plaatsen waar zulke feestjes worden gehouden, worden de geschenken uitgestald zonder de naam van de gever erbij te vermelden. Waarom? Die christenen zijn zich bewust van Jezus’ raad dat geschenken niet gegeven dienen te worden om de gever te verheerlijken (Matth. 6:1-4). Zij zijn van mening dat als de een geen geschenk had meegenomen en een ander een klein teken van genegenheid had meegebracht en weer een ander een duur geschenk had gegeven, er een liefdeloze vergelijking gemaakt zou kunnen worden tussen de gevers. — Matth. 7:12.
Betekent dit dat het verkeerd is zichzelf als de gever van een bepaald geschenk te identificeren? Neen, daarom gaat het niet. In andere plaatsen geven christenen ter gelegenheid van het huwelijk persoonlijk geschenken of doen er een kaartje bij met hun naam erop. Als de geschenken echter worden opengemaakt of uitgestald, worden de gevers niet in het openbaar bekendgemaakt. Op die wijze wordt niemand in verlegenheid gebracht.
In deze tijd houden mensen die Jehovah niet aanbidden vaak buitensporige feesten die hen als mensen met „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” identificeren (2 Tim. 3:4). Dienstknechten van Jehovah die door zijn geïnspireerde Woord worden geleid, tonen echter waardering voor de opmerking — die voor herhaling vatbaar is —: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid” (1 Kor. 10:31). Op deze wijze komen zij niet met een ongerust geweten van een feestje, maar met de voldoening prettige ontspanning te hebben gehad en terzelfdertijd geestelijk te zijn opgebouwd.
-
-
Een wetteloze maatschappijDe Wachttoren 1969 | 1 november
-
-
Een wetteloze maatschappij
● De te New York verschijnende World Telegram and Journal van 20 februari 1967 maakte de volgende opzienbarende opmerking:
„De meesten van ons zogenaamd ’keurige mensen’ denken dat de bevolking van dit land grotendeels uit ordelievende lieden bestaat en voor de rest uit een stelletje onevenwichtige misdadigers. Een rapport, opgesteld door de Presidentiële Commissie inzake Handhaving van de Wet en inzake de Rechtsbedeling, toont aan dat de verhouding juist andersom is.”
Ter bevestiging van zulk een schokkende onthulling werd uit een studie over 1700 ondervraagde personen aangehaald: „Eenennegentig percent van de gedaagden gaf toe, een of meer overtredingen te hebben begaan waarvoor zij gevangenisstraf hadden kunnen krijgen. Dertien percent van de mannen onder hen gaf toe zich aan grove diefstal te hebben schuldig gemaakt, 26 percent bekende wel eens een auto te hebben gestolen en 17 percent had zich schuldig gemaakt aan inbraak! Vierenzestig percent van de mannen en 27 percent van de vrouwen zei minstens één zware misdaad te hebben begaan! En als u deze kolossale meerderheid van ’stille’ overtreders aan de kolossale lijst van gesnapte overtreders toevoegt, krijgen wij werkelijk een somber beeld van de misdaad.”
Jezus Christus heeft voorzegd dat het „toenemen der wetteloosheid” tot het teken zou behoren waardoor het besluit van het samenstel van dingen zou worden gekenmerkt. Hoe duidelijk is het dat dit in onze tijd in vervulling gaat! — Matth. 24:3, 12.
-