14 Toen begroeven ze de botten van Saul en van zijn zoon Jonathan in Ze̱la,+ in het gebied van Benjamin, in het graf van zijn vader Kis.+ Nadat ze alles hadden gedaan wat de koning had geboden, luisterde God naar hun smeekgebeden voor het land.+
13 Manasse bleef tot God bidden, en God werd geraakt door zijn smeekgebed en luisterde naar zijn verzoek om gunst. Hij gaf hem het koningschap in Jeruzalem terug.+ Toen ging Manasse beseffen dat Jehovah de ware God is.+