Genesis 46:34 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 34 GIJ moet zeggen: ’Uw knechten zijn van onze jeugd af tot nu toe altijd veefokkers geweest, zowel wij als onze voorvaders’,+ opdat GIJ in het land Go̱sen moogt wonen,+ want elke schaapherder is voor Egy̱pte iets verfoeilijks.”+
34 GIJ moet zeggen: ’Uw knechten zijn van onze jeugd af tot nu toe altijd veefokkers geweest, zowel wij als onze voorvaders’,+ opdat GIJ in het land Go̱sen moogt wonen,+ want elke schaapherder is voor Egy̱pte iets verfoeilijks.”+