woensdag 22 november
Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om spullen uit zijn huis te halen. — Matth. 24:17.
Jezus waarschuwde de christenen in Judea voor de tijd dat Jeruzalem ‘door legertroepen omsingeld’ zou worden (Luk. 21:20-24). Zodra ze dat zagen gebeuren, moesten ze ‘naar de bergen vluchten’. Vluchten zou hun redding betekenen, maar het zou ze ook veel kosten. Een aantal jaren geleden zei De Wachttoren: ‘Zij verlieten velden en huizen, waarbij zij niet eens hun bezittingen uit hun huizen haalden. Vertrouwend op de bescherming en steun van Jehovah plaatsten zij zijn aanbidding boven al het andere dat belangrijk scheen te zijn. (...) Er kunnen dus beproevingen in het verschiet liggen met betrekking tot de wijze waarop wij materiële dingen bezien; zijn ze het allerbelangrijkste of is de redding die zal komen voor allen die aan Gods zijde staan belangrijker? Ja, vluchten kan inhouden dat wij met enkele moeilijkheden en ontberingen te kampen krijgen. Wij zullen bereid moeten zijn om te doen wat nodig blijkt.’ w22.01 4 ¶7-8
donderdag 23 november
Hoe kostbaar is uw loyale liefde, God! — Ps. 36:7.
Niet lang na Israëls exodus uit Egypte vertelde Jehovah Mozes iets over zijn naam en eigenschappen. Hij zei: ‘Jehovah, Jehovah, een God die barmhartig en meelevend is, die niet snel kwaad wordt en die vol loyale liefde en waarheid is, die loyale liefde toont voor duizenden en die fouten, overtredingen en zonden vergeeft’ (Ex. 34:6, 7). Die mooie woorden laten iets bijzonders uitkomen over Jehovah’s loyale liefde. Wat is dat? Jehovah zei niet eenvoudig dat hij loyale liefde heeft, maar dat hij ‘vol loyale liefde’ is. Die beschrijving komt nog acht keer in de Bijbel voor (Num. 14:18; Neh. 9:17; Ps. 86:5, 15; 103:8; 145:8; Joël 2:13; Jona 4:2). In al die gevallen gaat het over Jehovah, nooit over mensen. Is het niet bijzonder dat Jehovah zo sterk de nadruk legt op zijn loyale liefde? w21.11 2-3 ¶3-4
vrijdag 24 november
Maak je niet langer zorgen over je leven. — Matth. 6:25.
Echtparen kunnen veel leren van Petrus en zijn vrouw. Petrus kwam zo’n zes maanden tot een jaar na zijn eerste ontmoeting met Jezus voor een belangrijke beslissing te staan. Hij verdiende de kost als visser. Dus toen Jezus hem vroeg om hem fulltime te gaan volgen, moest hij rekening houden met zijn gezinssituatie (Luk. 5:1-11). Hij koos ervoor met Jezus mee te gaan in de prediking. En blijkbaar stond zijn vrouw achter die keuze. Uit de Bijbel kun je opmaken dat ze hem na Jezus’ opstanding op z’n minst een deel van de tijd vergezelde (1 Kor. 9:5). Ongetwijfeld kon Petrus dankzij haar voorbeeld als christelijke vrouw vrijuit spreken toen hij geïnspireerde raad opschreef voor christelijke mannen en vrouwen (1 Petr. 3:1-7). Het mag duidelijk zijn dat Petrus en zijn vrouw allebei vertrouwden op Jehovah’s belofte om voor ze te zorgen als ze het Koninkrijk op de eerste plaats stelden (Matth. 6:31-34). w21.11 18 ¶14