Genesis 31:19 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 19 La̱ban nu was zijn schapen gaan scheren. Onderwijl stal Ra̱chel de terafim*+ die haar vader toebehoorden. Deuteronomium 5:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 Gij moogt nooit enige andere goden tegen mijn persoon in* hebben.+ Jozua 23:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 door U nooit in te laten met deze natiën,+ deze die nog bij U overblijven. En GIJ moogt de naam van hun goden niet vermelden,+ noch daarbij zweren,+ en GIJ moogt ze niet dienen, noch U daarvoor neerbuigen.+ 1 Korinthiërs 10:14 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 14 Daarom, mijn geliefden, ontvliedt+ de afgoderij.+
19 La̱ban nu was zijn schapen gaan scheren. Onderwijl stal Ra̱chel de terafim*+ die haar vader toebehoorden.
7 door U nooit in te laten met deze natiën,+ deze die nog bij U overblijven. En GIJ moogt de naam van hun goden niet vermelden,+ noch daarbij zweren,+ en GIJ moogt ze niet dienen, noch U daarvoor neerbuigen.+