33 Zo beëindigde Ja̱kob het geven van bevelen aan zijn zonen. Toen trok hij zijn voeten terug op het rustbed en blies de laatste adem uit en werd tot zijn volk vergaderd.+
21 Door geloof heeft Ja̱kob, toen hij op sterven lag,+ elk van de zonen van Jo̱zef gezegend+ en heeft hij aanbeden, leunend* op het uiteinde van zijn staf.+