22 Een en dezelfde rechterlijke beslissing dient voor U te gelden. De inwonende vreemdeling en de ingeborene dienen werkelijk gelijk te zijn,+ want ik ben Jehovah, UW God.’”+
28 Er is noch jood noch Griek,+ er is noch slaaf noch vrije,+ er is noch man noch vrouw,+ want GIJ zijt allen één [persoon] in eendracht met Christus Jezus.+