5 Nu dan, indien GIJ mijn stem strikt zult gehoorzamen*+ en mijn verbond inderdaad zult onderhouden,+ dan zult GIJ stellig uit alle [andere] volken mijn speciale bezit worden,*+ want de gehele aarde behoort mij toe.+
8 Derhalve moet gij hem heiligen,+ want hij is iemand die het brood van uw God aanbiedt. Hij dient voor u werkelijk heilig te zijn,+ want ik, Jehovah, die U heilig, ben heilig.+