5 Daarna moet de jonge stier voor het aangezicht van Jehovah worden geslacht;* en de zonen van Aä̱ron, de priesters,+ moeten het bloed aanbieden en het bloed rondom op het altaar sprenkelen,+ dat bij de ingang van de tent der samenkomst staat.
2 Op de plaats+ waar men geregeld het brandoffer slacht, zal men het schuldoffer slachten, en het bloed+ daarvan zal men rondom op het altaar sprenkelen.+