3 Indien zijn offergave een brandoffer*+ uit het rundvee is, dient hij een gaaf+ mannetje aan te bieden. Bij de ingang van de tent der samenkomst dient hij het uit eigen vrije wil voor het aangezicht van Jehovah aan te bieden.+
25 „Spreek tot Aä̱ron en zijn zonen, en zeg: ’Dit is de wet op het zondeoffer:+ Op de plaats+ waar het brandoffer geregeld wordt geslacht, zal het zondeoffer voor het aangezicht van Jehovah worden geslacht. Het is iets allerheiligst.+