2 gij vervolgens een gedeelte moet nemen van de eerstelingen+ van alle vruchten van de bodem die gij zult inzamelen van uw land, dat Jehovah, uw God, u geeft, en gij moet ze in een mand leggen en naar de plaats gaan die Jehovah, uw God, zal uitkiezen om daar zijn naam te doen verblijven.+