24 Wat mijn knecht Ka̱leb+ betreft, omdat gebleken is dat hij een andere geest bezit en hij mij volkomen is blijven navolgen,+ zal ik hem stellig in het land brengen waar hij heen geweest is, en zijn nageslacht zal het in bezit nemen.+
9 Nu gebeurde het dat zodra zij aan de overkant gekomen waren, Eli̱a zelf tot Eli̱sa zei: „Vraag wat ik voor u dien te doen voordat ik van u weggenomen word.”+ Hierop zei Eli̱sa: „Dat alstublieft twee delen+ van uw geest+ op mij mogen komen.”+
17 Bovendien zal hij voor hem uit gaan met de geest en de kracht van Eli̱a,*+ ten einde de harten van vaders tot kinderen terug te brengen+ en de ongehoorzamen tot de praktische wijsheid van rechtvaardigen, om voor Jehovah*+ een toebereid volk gereed te maken.”+