12 En GIJ moet U verheugen voor het aangezicht van Jehovah, UW God,+GIJ en UW zonen en UW dochters en UW slaven en UW slavinnen en de leviet die binnen UW poorten* is, omdat hij geen deel noch erfdeel met U heeft.+
14 Alleen aan de stam der levieten gaf hij geen erfdeel.+ De vuuroffers+ van Jehovah, de God van I̱sraël, zijn hun erfdeel,+ juist zoals hij hun beloofd heeft.+