48 En gij zult uw vijanden moeten dienen,+ die Jehovah op u zal afzenden, met honger+ en dorst en naaktheid en gebrek aan alles; en hij zal u stellig een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat hij u verdelgd heeft.+
6 In de vierde maand, op de negende dag van de maand,+ werd de hongersnood ook zwaar in de stad en er bleek geen brood te zijn voor het volk van het land.*+