15 daarom, dit heeft Jehovah der legerscharen, de God* van I̱sraël, gezegd: ’Zie, ik doe hen, dat wil zeggen dit volk, alsem eten,+ en ik wil hen gifwater doen drinken;+
4 Zij spreken woorden, doordat zij valse eden afleggen,+ een verbond sluiten;+ en het oordeel is uitgesproten als een giftige plant in de voren van het open veld.+
12 Zullen op een steile rots soms paarden rennen, of zal iemand [daar] met runderen ploegen? Want in een giftige plant hebt gijlieden de gerechtigheid veranderd,+ en de vrucht der rechtvaardigheid in alsem,
15 terwijl GIJ er zorgvuldig op toeziet dat niemand van de onverdiende goedheid van God beroofd wordt;+ dat er geen giftige wortel+ opschiet en onrust veroorzaakt en velen daardoor verontreinigd worden;+