16 Dan zult gij sommigen van hun* dochters voor uw zonen moeten nemen,+ en hun dochters zullen vast en zeker immorele gemeenschap met hun goden hebben* en maken dat uw zonen immorele gemeenschap met hun goden hebben.+
4 Nu geschiedde het toen Sa̱lomo oud werd,+ dat zijn eigen vrouwen zijn hart tot het volgen van andere goden+ hadden geneigd;+ en zijn hart bleek niet onverdeeld+ met Jehovah, zijn God, te zijn, zoals het hart van zijn vader Da̱vid.