24 Want het tiende deel van de zonen van I̱sraël, dat zij als een bijdrage voor Jehovah zullen bijdragen, heb ik aan de levieten tot erfdeel gegeven. Daarom heb ik tot hen gezegd: ’Zij dienen geen erfelijk bezit te verkrijgen in het midden van de zonen van I̱sraël.’”+
62 En hun ingeschrevenen bedroegen drieëntwintigduizend, allen mannelijke personen van een maand oud en daarboven.+ Want zij werden niet ingeschreven onder de zonen van I̱sraël,+ omdat hun geen erfdeel gegeven mocht worden onder de zonen van I̱sraël.+
18De priesters, de levieten, heel de stam Le̱vi, dienen geen deel noch erfdeel te verkrijgen met I̱sraël.+ Van de vuuroffers van Jehovah, ja, van zijn* erfdeel, dienen zij te eten.+