10 En de zonen van I̱sraël bleven in Gi̱lgal gelegerd, en zij gingen het Pascha vieren op de veertiende dag van de maand,+ ’s avonds, in de woestijnvlakten van Je̱richo.
6 Toen gingen zij naar Jo̱zua in het kamp te Gi̱lgal+ en zeiden tot hem en de mannen van I̱sraël: „Wij zijn uit een ver land gekomen. Nu dan, SLUIT een verbond+ met ons.”