5 En nu, uw twee zonen die u in het land Egy̱pte geboren zijn voordat ik hier bij u in Egy̱pte kwam, die zijn van mij.+ E̱fraïm en Mana̱sse zullen van mij worden als Ru̱ben en Si̱meon.+
2 Want Ju̱da+ zelf bleek superieur te zijn onder zijn broeders, en degene die tot leider [bestemd] was, kwam uit hem;+ maar het eerstgeboorterecht was van Jo̱zef+ —