3 En UW zuidzijde moet blijken te zijn vanaf de wildernis van Zin langs E̱dom,+ en UW zuidgrens moet blijken te zijn vanaf het uiteinde van de Zoutzee+ in het oosten.
17 alsook de Ara̱ba* en de Jorda̱a̱n en het aangrenzende gebied, van Ki̱nnereth+ tot aan de zee van de Ara̱ba, de Zoutzee,+ aan de voet van de hellingen van de Pi̱sga+ tegen de opgang [der zon].
3 en over de Ara̱ba+ tot aan de zee van Ki̱nnereth+ tegen het oosten en tot aan de zee van de Ara̱ba, de Zoutzee,+ aan de oostkant, in de richting van Beth-Je̱simoth,+ en zuidwaarts tot onder aan de hellingen van de Pi̱sga.+