-
Deuteronomium 31:16Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
16 Jehovah zei nu tot Mo̱zes: „Zie! Gij legt u bij uw voorvaders neer;+ en dit volk zal stellig opstaan+ en immorele gemeenschap hebben* met buitenlandse goden van het land waarheen zij gaan,+ daar in hun midden, en zij zullen mij stellig verlaten+ en mijn verbond dat ik met hen heb gesloten, verbreken.+
-
-
Rechters 10:6Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
6 Toen deden de zonen van I̱sraël opnieuw wat kwaad was in de ogen van Jehovah,+ en zij gingen de Ba̱äls dienen+ en de Astorethbeelden+ en de goden van Sy̱rië+ en de goden van Si̱don+ en de goden van Mo̱ab+ en de goden van de zonen van A̱mmon+ en de goden van de Filistijnen.+ Zij verlieten dus Jehovah en dienden hem niet.+
-