14 En nu zal uw koninkrijk niet bestendig zijn.+ Jehovah zal zich stellig een man vinden* aangenaam naar zijn hart;+ en Jehovah zal hem tot leider+ over zijn volk aanstellen, omdat gij niet hebt onderhouden wat Jehovah u geboden had.”+
28 Daarop zei Sa̱muël tot hem: „Jehovah heeft heden de koninklijke heerschappij over I̱sraël van u afgescheurd+ en hij zal die stellig aan uw naaste geven, die beter is dan gij.+