28 Pi̱nehas+ nu, de zoon van Elea̱zar, de zoon van Aä̱ron, stond er in die dagen voor+ en zei: „Zal ik nog eens ten strijde trekken tegen de zonen van mijn broeder Be̱njamin of zal ik ophouden?”+ Waarop Jehovah zei: „Trekt op, want morgen zal ik hem in uw hand geven.”+