10 Zij gingen dus vandaar naar de heuvel, en zie, daar was een groep profeten die hem tegemoet kwam; terstond werd de geest van God ten aanzien van hem werkzaam,+ en hij ging in hun midden als een profeet spreken.+
23 En hij vervolgde vandaar zijn weg naar Na̱joth in Ra̱ma, en de geest+ van God kwam over hem, ja over hem, en al voortgaande gedroeg hij zich als een profeet totdat hij te Na̱joth in Ra̱ma kwam.
29 Nu geschiedde het dat zodra de middag voorbij was en zij zich als profeten bleven gedragen+ tot het opstijgen van het graanoffer, er geen stem was en er niemand antwoordde en er geen aandacht werd geschonken.+
10 Nu zaten de koning van I̱sraël en Jo̱safat, de koning van Ju̱da, gekleed in [hun] gewaden,+ ieder op zijn troon, op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Sama̱ria; en alle profeten gedroegen zich vóór hen als profeten.+