2 Daarop zond Jo̱zua mannen uit van Je̱richo naar Ai,+ dat dicht bij Beth-A̱ven+ ligt, ten oosten van Be̱thel,+ en hij zei tot hen: „Trekt op en verspiedt het land.” De mannen trokken dus op en verspiedden Ai.+
12 En hun grens aan de noordelijke hoek liep vanaf de Jorda̱a̱n, en de grens ging omhoog naar de noordelijke helling van Je̱richo+ en ging westwaarts omhoog op het gebergte, en haar eindpunt bleek bij de wildernis van Beth-A̱ven+ te zijn.