3 Ga nu heen, en gij moet A̱malek verslaan+ en hem met al wat hij bezit aan de vernietiging prijsgeven,+ en gij moogt geen mededogen met hem hebben, en gij moet hen ter dood brengen,+ zowel man als vrouw, zowel kind als zuigeling,+ zowel stier als schaap, zowel kameel als ezel.’”+