12 Vervolgens zei de mens: „De vrouw die gij hebt gegeven* om bij mij te zijn, zij heeft mij [van de vrucht] van de boom gegeven en dus heb ik gegeten.”+
21 Het volk+ dan nam uit de buit schapen en runderen, de keur daarvan als iets wat aan de vernietiging was prijsgegeven, om te Gi̱lgal+ slachtoffers te brengen+ aan Jehovah, uw God.”