23 Want mijn engel zal voor u uit gaan en u inderdaad brengen naar de Amorieten en de Hethieten en de Ferezieten en de Kanaänieten, de Hevieten en de Jebusieten, en ik zal hen stellig verdelgen.+
63 Wat de Jebusieten+ betreft, die in Jeru̱zalem+ woonden, de zonen van Ju̱da konden hen niet verdrijven;+ en de Jebusieten wonen nog tot op deze dag te zamen met de zonen van Ju̱da in Jeru̱zalem.
8 Voorts streden de zonen van Ju̱da tegen Jeru̱zalem+ en namen het ten slotte in, waarop zij het sloegen met de scherpte van het zwaard, en de stad gaven zij prijs aan het vuur.
21 En de zonen van Be̱njamin verdreven de Jebusieten die Jeru̱zalem bewoonden niet;+ maar de Jebusieten wonen nog tot op deze dag met de zonen van Be̱njamin in Jeru̱zalem.+