13 Intussen nam Da̱vid, nadat hij uit He̱bron gekomen was, ook nog meer bijvrouwen+ en vrouwen+ uit Jeru̱zalem; en er werden nu nog meer zonen en dochters aan Da̱vid geboren.
16 Zo trok de koning [de stad] uit en heel zijn huisgezin volgde hem op de voet,+ en de koning liet tien vrouwen, bijvrouwen,+ achter om het huis te verzorgen.