14 En Jehovah zal zich stellig een koning over I̱sraël verwekken+ die het huis van Jero̱beam op de genoemde dag zal afsnijden, en waarom niet nu reeds?+
27 En Baë̱sa,+ de zoon van Ahi̱a, van het huis I̱ssaschar, zette een samenzwering tegen hem op touw; en Baë̱sa sloeg hem ten slotte neer bij Gi̱bbethon,+ dat aan de Filistijnen behoorde, terwijl Na̱dab en heel I̱sraël Gi̱bbethon belegerden.