5 omdat Da̱vid had gedaan wat recht was in de ogen van Jehovah en hij al de dagen van zijn leven niet was afgeweken van iets wat Hij hem geboden had,+ behalve in de zaak van Uri̱a de Hethiet.+
17 En wat u betreft, indien gij voor mijn aangezicht zult wandelen, juist zoals uw vader Da̱vid+ heeft gewandeld, ja, door te doen naar alles wat ik u geboden heb,+ en gij mijn voorschriften+ en mijn rechterlijke beslissingen in acht zult nemen,+