43 Bovendien liet hij hem rijden in de tweede erewagen die hij had,+ zodat zij voor hem uit zouden roepen: „Avrekh!”*, hem aldus over het gehele land Egy̱pte stellend.
38 Toen daalden de priester Za̱dok+ en de profeet Na̱than+ en Bena̱ja,+ de zoon van Jo̱jada, en de Kre̱thi+ en de Ple̱thi+ af en lieten Sa̱lomo op het wijfjesmuildier van koning Da̱vid rijden+ en brachten hem vervolgens naar Gi̱hon.+
8 men brenge een koninklijk gewaad+ waarmee de koning zich werkelijk bekleedt en een paard waarop de koning werkelijk rijdt+ en op welks kop de koninklijke hoofdtooi is gezet.
9 Verblijd u zeer, o dochter van Si̱on.+ Juich in triomf,+ o dochter van Jeru̱zalem. Zie! Uw koning+ zelf komt tot u.+ Hij is rechtvaardig, ja, gered;*+ nederig*+ en rijdend op een ezel, ja, op een volwassen dier, het jong van een ezelin.*+