3 Toen kwamen uit tot hem E̱ljakim,+ de zoon van Hilki̱a,* die over de huishouding ging, en Se̱bna,+ de secretaris, en Jo̱ah,+ de zoon van A̱saf,+ de geschiedschrijver.+
22 Maar E̱ljakim,+ de zoon van Hilki̱a, die over de huishouding ging,+ en Se̱bna,+ de secretaris, en Jo̱ah,+ de zoon van A̱saf, de geschiedschrijver, kwamen met gescheurde kleren+ bij Hizki̱a en meldden hem de woorden van Ra̱bsaké.+