21 Daarop zei Jo̱ram: „Span in!”+ Zijn strijdwagen werd dus ingespannen en Jo̱ram, de koning van I̱sraël, en Aha̱zia,+ de koning van Ju̱da, trokken uit, ieder op zijn eigen strijdwagen. Terwijl zij uittrokken, Je̱hu tegemoet, troffen zij hem ten slotte op het stuk land van de Jizreëliet Na̱both.+