3 En hij ging de weg bewandelen van de koningen van I̱sraël,+ en hij liet zelfs zijn eigen zoon door het vuur gaan,+ overeenkomstig de verfoeilijkheden+ van de natiën die Jehovah wegens de zonen van I̱sraël verdreven had.
3 En hijzelf bracht offerrook+ in het dal van de zoon van Hi̱nnom*+ en verbrandde voorts zijn zonen*+ in het vuur, overeenkomstig de verfoeilijkheden+ van de natiën die Jehovah van voor het aangezicht van de zonen van I̱sraël verdreven had.+