5 Daarna moet de jonge stier voor het aangezicht van Jehovah worden geslacht;* en de zonen van Aä̱ron, de priesters,+ moeten het bloed aanbieden en het bloed rondom op het altaar sprenkelen,+ dat bij de ingang van de tent der samenkomst staat.
17 bijgevolg zult gij prompt met dit geld stieren,+ rammen,+ lammeren+ en de daarbij behorende graan-+ en drankoffers+ kopen en gij zult ze aanbieden op het altaar van het huis van UW God,+ dat in Jeru̱zalem+ is.