12 Wat het grote voorhof betreft, rondom waren drie rijen+ van gehouwen steen en een rij balken van cederhout; en [zo was het] ook met het binnenste+ voorhof van het huis+ van Jehovah en met de voorhal+ van het huis.
9 Toen maakte hij het voorhof+ van de priesters+ en de grote omsloten ruimte+ en de deuren die bij de omsloten ruimte behoorden, en de deuren ervan bekleedde hij met koper.