11 En dit behoort u toe: de bijdrage+ van hun gave met alle beweegoffers+ van de zonen van I̱sraël. Ik heb ze u en uw zonen en uw dochters met u gegeven,+ als een toegewezen deel tot onbepaalde tijd. Iedereen die in uw huis rein is, mag het eten.+
13 Weet GIJ niet dat de mannen die heilige plichten vervullen, de dingen uit de tempel eten,+ en dat zij die voortdurend bij het altaar dienst verrichten,+ een deel voor zichzelf hebben met het altaar?