16 En Da̱vid ging de [ware] God zoeken ten behoeve van de jongen, en Da̱vid onderhield voorts een strenge vasten+ en hij kwam binnen en bracht de nacht door en lag op de grond.+
26 En haar ingangen zullen moeten treuren+ en droefheid tot uitdrukking moeten brengen, en ze zal stellig worden uitgeschud. Ter aarde zal ze neerzitten.”+
39 En nadat hij een eindje verder was gegaan, viel hij op zijn aangezicht, terwijl hij bad+ en zei: „Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker+ aan mij voorbijgaan. Doch niet zoals ik wil,+ maar zoals gij wilt.”+