19 Ja, ieder mens aan wie de [ware] God rijkdom en stoffelijke bezittingen heeft gegeven,+ die heeft hij zelfs gemachtigd ervan te eten+ en zijn deel weg te dragen en zich in zijn harde werk te verheugen.+ Dit is de gave Gods.+
17 Elke goede gave+ en elk volmaakt geschenk komt van boven,+ want het daalt neer van de Vader der [hemelse] lichten,+ en bij hem is geen verandering van het keren van de schaduw.*+