Job 1:8 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 8 Vervolgens zei Jehovah tot Sa̱tan: „Hebt gij uw hart gericht op mijn knecht Job, dat er niemand op aarde is als hij,+ een onberispelijk+ en oprecht man,+ godvrezend+ en wijkend van het kwaad?”+ Job 4:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 Bedenk toch: Wie is er ooit onschuldig omgekomen?En waar zijn de rechtschapenen+ ooit verdelgd?
8 Vervolgens zei Jehovah tot Sa̱tan: „Hebt gij uw hart gericht op mijn knecht Job, dat er niemand op aarde is als hij,+ een onberispelijk+ en oprecht man,+ godvrezend+ en wijkend van het kwaad?”+