5 „Keer terug, en gij moet tot Hizki̱a, de leider+ van mijn volk, zeggen: ’Dit heeft Jehovah, de God+ van uw voorvader Da̱vid, gezegd: „Ik heb uw gebed+ gehoord.+ Ik heb uw tranen+ gezien. Zie, ik genees u.+ Op de derde dag zult gij opgaan naar het huis van Jehovah.+