12 een land waar Jehovah, uw God, zorg voor draagt. De ogen+ van Jehovah, uw God, zijn er voortdurend op gericht, van het begin van het jaar tot het eind van het jaar.
17 ofschoon hij toch niet heeft nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door goed te doen,+ door U regens+ vanuit de hemel en vruchtbare tijden te geven, door UW hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen.”+