18 Het gehele volk nu zag* de donderslagen en de bliksemflitsen en het hoorngeschal en de rokende berg. Op het zien ervan sidderde het volk en bleef op een afstand staan.+
11 Van u, o Jehovah, is de grootheid+ en de macht+ en de luister+ en de voortreffelijkheid+ en de waardigheid;+ want alles in de hemel en op de aarde is [van u].+ Van u is het koninkrijk,+ o Jehovah, gij die u ook als hoofd over alles verheft.+