17 van de ellendige* heeft hij zijn hand teruggetrokken; geen woeker+ en rente+ heeft hij genomen; mijn rechterlijke beslissingen heeft hij volbracht;+ in mijn inzettingen heeft hij gewandeld;+ hijzelf zal niet sterven wegens de dwaling van zijn vader.+ Hij zal beslist blijven leven.+
6 De wet der waarheid,* díé bleek in zijn mond te zijn,+ en er werd geen onrechtvaardigheid op zijn lippen gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met mij,+ en velen waren het die hij van dwaling terugbracht.+