24 En toch bleef zijn boog op een vaste plaats rusten,+ en de kracht* van zijn handen was soepel.*+ Uit de handen van de Machtige van Ja̱kob,+ vandaar is de Herder, de Steen van I̱sraël.+
10 Zij zullen niet hongeren,+ noch zullen zij dorsten,+ noch zal verschroeiende hitte of zon hen treffen.+ Want Degene die medelijden met hen heeft,* zal hen leiden,+ en aan de waterbronnen zal hij hen voeren.+
20 Moge nu de God van vrede,+ die de grote herder+ van de schapen+ met het bloed van een eeuwig verbond,+ onze Heer Jezus, uit de doden heeft doen opkomen,+