26 zo zou ik ook zelfs het zaad van Ja̱kob en van mijn knecht Da̱vid verwerpen,+ zodat ik uit zijn zaad* geen heersers over het zaad van A̱braham, I̱saäk en Ja̱kob zou nemen. Want ik zal hun gevangenen vergaderen+ en zal mij stellig over hen erbarmen.’”+
2 God heeft zijn volk, dat hij eerst heeft erkend,* niet verworpen.+ Weet GIJ dan niet wat de Schrift zegt in verband met Eli̱a, wanneer hij I̱sraël bij God aanklaagt?+
26 en op deze wijze zal heel I̱sraël+ gered worden. Zoals er staat geschreven: „De bevrijder zal uit Si̱on komen+ en de goddeloze praktijken van Ja̱kob afwenden.+