26 Bijgevolg namen zij de jonge stier die hij hun gaf. Toen maakten zij hem gereed, en zij bleven van de ochtend tot de middag de naam van Ba̱äl aanroepen en zeiden: „O Ba̱äl, antwoord ons!” Maar er was geen stem+ en niemand antwoordde.+ En zij bleven om het altaar hinken dat zij gemaakt hadden.