2 Hoort,+ o hemelen, en leen het oor, o aarde, want Jehovah zelf heeft gesproken: „Zonen heb ik grootgebracht en opgevoed,+ maar zij, zij zijn tegen mij in opstand gekomen.*+
13 Er is overtreding geweest en een verloochenen van Jehovah;+ en er was een terugwijken van onze God,* een spreken van onderdrukking en opstandigheid,+ een zwanger gaan en een mompelen van leugenwoorden recht uit het hart.+