16 Want als vuur zal Jehovah zelf werkelijk het geschil opnemen, ja, met zijn zwaard,+ tegen alle vlees; en de door Jehovah verslagenen zullen stellig vele worden.+
41 Maar tot die aan zijn linkerhand zal hij dan zeggen: ’Gaat weg van mij,+GIJ die zijt vervloekt, in het eeuwige vuur+ dat voor de Duivel en zijn engelen+ is bereid.